Het Bugworkers project was onderdeel van het Seventh Framework Programme for Research and Technological Development (FP7), gesponsord door de Europese Unie. Promolding was deelnemer aan dit project samen met 15 bedrijven en kennisinstellingen uit verscheidene Europese landen. Het project duurde 4 jaar en heeft gelopen van 2011 tot 2014.
Het project heeft tot doel een nieuw, kostenefficiënt en milieuvriendelijk bio-nanocomposiet te ontwikkelen, gebaseerd op de combinatie van een bio-polymeer matrix en twee soorten bio-nanovezels.
Voor de productie van de bio-polymeer matrix zal een nieuwe gistingscultuur worden gebruikt. Bio-massa die niet concurreert met de voedingsketen, zoals bijvoorbeeld restproducten van de voedingsindustrie, worden gevoerd aan de gistingscultuur om te worden verwerkt tot polymeer. Het onderzoek in dit deel van het project focust voornamelijk op het verbeteren van de polymeereigenschappen (verbeterde thermische, chemische, mechanische en verwerkingseigenschappen) in vergelijk tot commercieel beschibare biopolymeren.
Voor de productie van de nanovezels zal afvalhout gebruikt worden als basismateriaal. Ook in dit deel van het onderzoek worden nieuwe eigenschappen gezocht, zoals antibacteriële en vlamdovende eigenschappen.
Het projectteam is hoofdzakelijk afhankelijk van de biotechnologische kennis van de partners voor het op verscheidene manieren benaderen van het onderzoek. Het voornaamste principe om tot productie te komen van PHB (polyhydroxybutyraat) matrix materiaal en cellulose lange vezels en op lignine gebaseerde nanovezels, is door gebruik te maken van bacteriën en enzymen, in processen waarbij bioreactoren betrokken zijn, waarin specifieke atmosferische condities (temperatuur, zuurstofgehalte, Ph-waarde) gecreëerd kunnen worden.
In de compounding fase van het project zal een planetaire multi-schroef extrusiemachine gebruikt worden voor het mixen van het matrix materiaal en de nanovezels. Deze extrusie technologie verbetert de distributie van de nanovezels, de interactie tussen matrix en nanovezel en vermindert thermische degradatie.
Tenslotte worden producten met meerlaagse materiaalstructuren ontwikkeld en getest, geproduceerd door spuitgieten en extruderen, om het ontwikkelde materiaal te testen.
In vier jaar verwacht het projectteam een volwaardig alternatief voor op olie gebaseerde technische materialen te hebben ontwikkeld, voor behuizingen van huishoudelijke apparatuur, computers en in telecommunicatie.